Difference between revisions of "De Koloniale Hogeschool: een arena voor discussies over de koloniale wetenschap, administratie en elite"
| Line 60: | Line 60: | ||
<br/>Deze vaststelling bracht een discussie over wat de studenten aan de Koloniale Hogeschool moesten leren op gang. Sommigen vonden dat kolonialen een algemene klassieke of wetenschappelijk opleiding moesten volgens, zoals de ambtenaren in België. Anderen meenden dan weer dat kolonialen specifieke en praktische kennis moesten opdoen omdat de kolonie op alle vlakken zo sterk verschilde van het moederland. Dit reflecteerde een bredere discussie over de aard van de koloniale wetenschappen in België: moesten ze op een praktische leest geschoeid zijn of moesten ze, naar Frans en Brits voorbeeld, een meer wetenschappelijk en theoretisch karakter hebben? | <br/>Deze vaststelling bracht een discussie over wat de studenten aan de Koloniale Hogeschool moesten leren op gang. Sommigen vonden dat kolonialen een algemene klassieke of wetenschappelijk opleiding moesten volgens, zoals de ambtenaren in België. Anderen meenden dan weer dat kolonialen specifieke en praktische kennis moesten opdoen omdat de kolonie op alle vlakken zo sterk verschilde van het moederland. Dit reflecteerde een bredere discussie over de aard van de koloniale wetenschappen in België: moesten ze op een praktische leest geschoeid zijn of moesten ze, naar Frans en Brits voorbeeld, een meer wetenschappelijk en theoretisch karakter hebben? | ||
| − | <br/>De verschillende directeurs van de Koloniale Hogeschool probeerden een compromis te vinden. De eerste directeur, Lemaire, had in Congo nog geologische en cartografische gegevens verzameld. Hij bleek naast een degelijke wetenschapper ook een goede lesgever te zijn. Bijgevolg leidde hij niet enkel de school, maar doceerde hij ook de vakken cartografie en deontologie. Lemaire was dan ook was een voorstander van de combinatie handenarbeid en theoretische en wetenschappelijke kennis. Het had weinig gescheeld of Laude | + | <br/>De verschillende directeurs van de Koloniale Hogeschool probeerden een compromis te vinden. De eerste directeur, Lemaire, had in Congo nog geologische en cartografische gegevens verzameld. Hij bleek naast een degelijke wetenschapper ook een goede lesgever te zijn. Bijgevolg leidde hij niet enkel de school, maar doceerde hij ook de vakken cartografie en deontologie. Lemaire was dan ook was een voorstander van de combinatie handenarbeid en theoretische en wetenschappelijke kennis. Het had weinig gescheeld of zijn gebrek aan wetenschappelijke credentials hadden Laude de functie van directeur gekost. De administratieve raad van de Koloniale Hogeschool verkoos de andere kandidaat, Majoor Léopold Borgerhoff, omdat die meer praktische en wetenschappelijke ervaring had. Dat het toch Laude werd, kwam omdat de toenmalige Minister van Koloniën Henri Carton de Tournai (1924-1926) de kandidatuur van zijn voormalige werknemer doordrukte. Hij benadrukte Laudes visie en organisatorische ervaring. De pers was echter niet te spreken over Laudes aanstelling en hekelden vooral zijn gebrek aan ervaring en wetenschappelijke kennis. |
{|style"border="0" align="left" valign="bottom" cellpadding=0px cellspacing=10px | {|style"border="0" align="left" valign="bottom" cellpadding=0px cellspacing=10px | ||
| Line 68: | Line 68: | ||
|} | |} | ||
| − | <br/>Laude deed er alles aan om alle elementen – theorie en praktische ervaring, wetenschappelijke materie en algemene kennis – allemaal aan bod te laten komen in een all-round opleiding | + | <br/>Laude deed er alles aan om alle elementen – theorie en praktische ervaring, wetenschappelijke materie en algemene kennis – allemaal aan bod te laten komen in een all-round opleiding. Zijn eigen directeurschap reflecteerde deze spreidstand. Hij combineerde net zoals Lemaire leidinggeven met lessen over deontologie en geografie, volgens hem ‘de moeder van de koloniale wetenschappen’. Ook tekende hij heel wat koloniale kaarten en schreef hij een handboek ‘Onze Kolonie’ [Notre Colonie]. Daarnaast maakte hij ook uitgebreid reclame voor de school, met persstukken en voordrachten, en was hij een netwerker 'avant la lettre'. Ondanks dat Laude zijn uiterste best deed om aan ieders wensen te voldoen, kreeg hij kritiek uit alle hoeken. |
| − | <br/>Critici vonden hem te autoritair en meenden dat enkel zijn afhankelijkheid van de Ministers goedkeuring hem tegenhield om nog meer zijn stempel op de school en het koloniale administratieve corps te drukken. Conflicten met docenten waren dan ook legio. Sommigen vonden de vakken te gericht op praktische ervaring en van een te sterke militaire aard en bekritiseerden hun niet-academisch en onwetenschappelijk karakter. Ze trokken ook van leer tegen Laude omdat hij lesgaf over een vak waarvoor hij niet opgeleid was. Ook vonden ze dat de instelling te weinig onderzoek deed en kapittelden ze Laude over het lerarenkorps dat vooral uit gepensioneerde militairen en missionarissen in plaats van gediplomeerde lesgevers. Anderen oordeelden dat de school enkel versnipperde koloniale kennis aanbod in plaats van een meer algemene opleiding, waardoor de afgestudeerden enkel in Congo aan de slag konden. | + | <br/>Critici vonden hem te autoritair en meenden dat enkel zijn afhankelijkheid van de Ministers goedkeuring hem tegenhield om nog meer zijn stempel op de school en het koloniale administratieve corps te drukken. Conflicten met docenten waren dan ook legio. Sommigen vonden de vakken te gericht op praktische ervaring en van een te sterke militaire aard en bekritiseerden hun niet-academisch en onwetenschappelijk karakter. Ze trokken ook van leer tegen Laude omdat hij lesgaf over een vak waarvoor hij niet opgeleid was. Ook vonden ze dat de instelling te weinig onderzoek deed en kapittelden ze Laude over het lerarenkorps dat vooral uit gepensioneerde militairen en missionarissen bestond in plaats van gediplomeerde lesgevers. Anderen oordeelden dat de school enkel versnipperde koloniale kennis aanbod in plaats van een meer algemene opleiding, waardoor de afgestudeerden enkel in Congo aan de slag konden. |
| − | <br/>Laudes directeurschap werd ook gezien als een verderzetting van zijn eerdere functie, zeker omdat sommige van zijn publicaties een sterke propagandistische inslag hadden. De naamsverandering in 1926 – de school heette vanaf dan ‘Koloniale Hogeschool van België (Université Coloniale de Belgique’ – en pogingen om een universitaire status te verkrijgen, dienden om het wetenschappelijke karakter te versterken. Voor de Tweede Wereldoorlog werd er echter geen vooruitgang gemaakt in dat tweede dossier omdat velen vonden dat de school gewoonweg niet wetenschappelijk genoeg was. De universitairen gunden bovendien de school de status niet, want ze wilden geen extra concurrent. | + | <br/>Laudes directeurschap werd ook gezien als een verderzetting van zijn eerdere functie, zeker omdat sommige van zijn publicaties een sterke propagandistische inslag hadden. De naamsverandering in 1926 – de school heette vanaf dan ‘Koloniale Hogeschool van België (Université Coloniale de Belgique’ – en pogingen om een universitaire status te verkrijgen, dienden om het wetenschappelijke karakter ervan te versterken. Voor de Tweede Wereldoorlog werd er echter geen vooruitgang gemaakt in dat tweede dossier omdat velen vonden dat de school gewoonweg niet wetenschappelijk genoeg was. De universitairen gunden bovendien de school de status niet, want ze wilden geen extra concurrent. |
<div style="color:#DC143C;font-family:arial;font-style: normal; font-size:18px;font-weight: normal;text-align:left;letter-spacing: 3px">Andere controversen: taal, ‘fetichisme’ en dekolonisatie</div> | <div style="color:#DC143C;font-family:arial;font-style: normal; font-size:18px;font-weight: normal;text-align:left;letter-spacing: 3px">Andere controversen: taal, ‘fetichisme’ en dekolonisatie</div> | ||
<br/> | <br/> | ||
| − | Naast discussies over de wetenschappelijke en elitaire aard van de school, geraakt | + | Naast discussies over de wetenschappelijke en elitaire aard van de school, geraakt die ook nog verwikkeld in een aantal andere controversen. Niet alle kolonialen in de kolonie zagen de studenten van de Koloniale Hogeschool graag afkomen. Sommige beheerders, zoals Gaston Heenen, gouverneur van de Katangaprovincie, en missionarissen, zoals Jean-Félix de Hemptinne, Apostolisch Vicaris van Katanga, meenden dat de school, omdat het vakken over inheemse gewoonten en taalaanbod, het “coutume fetichisme” aanwakkerde. Hiermee alludeerden ze naar beheerders die volgens hen een te positief beeld van de inheemse cultuur hadden en bijgevolg niet hard genoeg optraden tegen zogenaamde ‘primitieve gebruiken’ of ze zelfs gedoogden. |
{|style"border="0" align="right" valign="bottom" cellpadding=0px cellspacing=10px | {|style"border="0" align="right" valign="bottom" cellpadding=0px cellspacing=10px | ||
| Line 85: | Line 85: | ||
|} | |} | ||
| − | <br/>De taalstrijd die de Belgische politiek en maatschappij domineerde, schemerde ook door in de Koloniale Hogeschool. Officieel bood de school cursussen in Nederlands en Frans aan en moesten zowel studenten als docenten de beide landstalen machtig zijn. In de praktijk, bleek dit echter niet altijd het geval. Ondanks pogingen om dit recht te trekken, bleef taal een gevoelige kwestie tot op het einde. | + | <br/>De taalstrijd die de Belgische politiek en maatschappij domineerde, schemerde ook door in de Koloniale Hogeschool. Officieel bood de school cursussen in het Nederlands en Frans aan en moesten zowel studenten als docenten de beide landstalen machtig zijn. In de praktijk, bleek dit echter niet altijd het geval. Ondanks pogingen om dit recht te trekken, bleef taal een gevoelige kwestie tot op het einde. |
<br/>Ten slotte geraakte de school ook betrokken bij de storm veroorzaakt door een voorstel uit 1955 om Congo voor te bereiden op onafhankelijkheid. De auteur, Jozef Van Bilsen, was namelijk ook docent aan de Koloniale Hogeschool. Dat betekende echter niet dat alle leraren en studenten zijn progressieve ideeën – progressief in vergelijking met het merendeel van de kolonialen die geloofden dat Congo nog lang niet klaar was voor emancipatie – deelden, integendeel. Laude bleef halsstarrig vasthouden aan zijn idealistische en paternalistische visie, die in late jaren 1950 stilaan toch wat conservatief overkwam. Bijgevolg speelde de Koloniale Hogeschool geen rol van betekenis in de dekolonisatie-ontwikkelingen. | <br/>Ten slotte geraakte de school ook betrokken bij de storm veroorzaakt door een voorstel uit 1955 om Congo voor te bereiden op onafhankelijkheid. De auteur, Jozef Van Bilsen, was namelijk ook docent aan de Koloniale Hogeschool. Dat betekende echter niet dat alle leraren en studenten zijn progressieve ideeën – progressief in vergelijking met het merendeel van de kolonialen die geloofden dat Congo nog lang niet klaar was voor emancipatie – deelden, integendeel. Laude bleef halsstarrig vasthouden aan zijn idealistische en paternalistische visie, die in late jaren 1950 stilaan toch wat conservatief overkwam. Bijgevolg speelde de Koloniale Hogeschool geen rol van betekenis in de dekolonisatie-ontwikkelingen. | ||
| − | <br/>Ondanks de initiële twijfels over zijn capaciteiten en de vele conflicten tijdens zijn directeurschap, kon Laude op lange termijn toch ook enthousiasme rekenen, voornamelijk voor zijn organisatorische capaciteiten. De school leverde op 30 jaar tijd ook een 1500-tal studenten af. Die waren misschien niet de elite beheerders die beleidsmakers op het oog hadden, of de handige beheerders waarop de kolonialen in Congo zaten te wachten of de wetenschappers die grote ontdekkingen zouden doen, maar een mengeling van dat alles. Dat kwam omdat de discussie over de aard koloniale wetenschappen, elite en administratie eigenlijk nooit tot een ontknoping kwam. Desondanks | + | <br/>Ondanks de initiële twijfels over zijn capaciteiten en de vele conflicten tijdens zijn directeurschap, kon Laude op lange termijn toch ook enthousiasme rekenen, voornamelijk voor zijn organisatorische capaciteiten. De school leverde op 30 jaar tijd ook een 1500-tal studenten af. Die waren misschien niet de elite beheerders die beleidsmakers op het oog hadden, of de handige beheerders waarop de kolonialen in Congo zaten te wachten of de wetenschappers die grote ontdekkingen zouden doen, maar een mengeling van dat alles. Dat kwam omdat de discussie over de aard koloniale wetenschappen, elite en administratie eigenlijk nooit tot een ontknoping kwam. Desondanks was de school een van de weinig plekken waar dergelijke discussies en dus ook discussies over het karakter van de koloniale onderneming plaatsvonden. |
Revision as of 11:31, 6 April 2020
|
Oprichting: op zoek naar geldschieters voor koloniaal onderwijs en wetenschappen
Selectie, discipline en vocatie: de voorwaarden voor een koloniale elite
Wetenschappelijke, gespecialiseerde of algemene, praktische kennis: de inhoud van koloniale wetenschappen
Andere controversen: taal, ‘fetichisme’ en dekolonisatie
Bibliografie
Busschaert, L., ‘Norbert Laude (1888-1974). Leven in teken van de kolonie’, Online masterthesis, KU Leuven, 2013-2014 geraadpleegd op 17 maart 2020. Colman, G., ‘Naar een elite voor de gewestdienst van Belgisch-Kongo en Ruanda-Urundi: de studenten van de Koloniale Hogeschool te Antwerpen (1920-1962)’, onuitgegeven licenciaatscriptie, Universiteit van Gent, 1987. De Vlieger, P-J., ‘Tweeënveertig jaar Koloniale Hogeschool in België. Een historisch onderzoek naar de bestaansreden van een instituut‘, onuitgegeven masterthesis, Universiteit van Gent, 2003. Foutry, V., ‘Belgisch Kongo tijdens het interbellum: een immigratiebeleid gericht op sociale controle’, Belgisch tijdschrift voor Nieuwste Geschiedenis, 14 (1983), 3-4, 461- 488. Goeman, L., ‘Topambtenaar in Belgisch-Kongo. Een studie naar beeldvorming bij ambtenaren in gewestdienst, van het niveau van gouverneur-generaal tot hulpgewestbeheerder, in de periode 1958-1960’, Online licenciaatscriptie, Universiteit Gent, 1996-1997 geraadpleegd op 17 maart 2020. Lagae, ‘‘Het echte belang van de kolonisatie valt samen met wetenschap.’ Over kennisproductie en de rol van wetenschap in de Belgische koloniale context’, Vellut, J-L. (red.), Het geheugen van Congo: de koloniale tijd (Gent: Snoeck, 2005), 131-138. Poncelet, M., L’Invention des sciences coloniales belges (Parijs: Karthala, 2008). Vanhees, B., ‘Een opmerkelijke carrière. Norbet Laude en de Koloniale Hogeschool van Antwerpen’, 'Retroscoop' geraadpleegd op 17 maart 2020. |

