Difference between revisions of "Een Belgische wetenschapper in ‘the New World’: het nomadisch evolutionisme van Jean-Charles Houzeau de Lehaie"
| Line 1: | Line 1: | ||
| − | + | <div style="text-align:right;">[[:Category:Thematische notities|<font color="2F4F4F">''| Naar de Verhalengalerij''</font>]]</div> | |
| − | <div style="text-align:right;">[ | + | <div style="text-align:right;">[https://www.bestor.be/wiki/index.php/Un_savant_dans_l%27Ouest_:_Jean-Charles_Houzeau_de_Lehaie_ou_l%27évolutionnisme_nomade FR]</div> <br/> |
__NOTOC__ | __NOTOC__ | ||
[[category: Thematische Notities]] | [[category: Thematische Notities]] | ||
| Line 35: | Line 35: | ||
<div style="color:#DC143C;font-family:arial;font-style: normal; font-size:18px;font-weight: normal;text-align:left;letter-spacing: 3px">''Studies over de mentale vermogens van dieren en mensen''</div> | <div style="color:#DC143C;font-family:arial;font-style: normal; font-size:18px;font-weight: normal;text-align:left;letter-spacing: 3px">''Studies over de mentale vermogens van dieren en mensen''</div> | ||
<br> | <br> | ||
| − | Het continue gereis en de politieke onrust ondermijnden Houzeaus ijver niet, in tegendeel. Hij produceerde talloze astronomische artikelen, op basis zijn waarnemingen van de tropische hemel. Ook begon hij aan een lijvig werk met de titel ‘Études sur les Facultés mentales des animaux comparées à celles de l'Homme’.<ref>Het eerste deel is eenvoudigweg gesigneerd "Door een naturalistische reiziger". Houzeau hoopte dat indien hij anoniem bleef, mensen zouden denken dat hij een beroemde bioloog was en dus meer geneigd zouden zijn om zijn boek te kopen. Jean-Charles naar Auguste Houzeau de Lehaie, 05/01/1871, in Elkhadem, Hossam, Isaac Marie-Thérèse, ''De Mons vers le Nouveau Monde. Jean-Charles Houzeau, Lettres de Jamaïques (1868-1876)'', (Brussel: Koninklijke Academie van België, 2015), p. 110.</ref> Op fysiologische wijze onderscheidde hij drie intelligentieniveaus: instincten, sensaties & gewoontes, intelligentie & passies. Die niveaus koppelde hij aan de ontwikkelingsniveaus die hij meende te onderscheiden bij de soorten. Westerse mensen beschouwde hij als de meest ontwikkelde soort, de Amerindianen een soort die zich tussen apen en mensen bevond. <ref> Elkhadem, Hossam, “L’œuvre” in Elkhadem, Hossam; Isaac, Marie-Thérèse, ''De Mons vers le Nouveau Monde. Jean-Charles Houzeau, Lettres de Jamaïques (1868-1876)'', (Brussel: Académie Royale de Belgique, 2015), p. XVVIII.</ref> | + | Het continue gereis en de politieke onrust ondermijnden Houzeaus ijver niet, in tegendeel. Hij produceerde talloze astronomische artikelen, op basis zijn waarnemingen van de tropische hemel. Ook begon hij aan een lijvig werk met de titel ‘Études sur les Facultés mentales des animaux comparées à celles de l'Homme’.<ref>Het eerste deel is eenvoudigweg gesigneerd "Door een naturalistische reiziger". Houzeau hoopte dat indien hij anoniem bleef, mensen zouden denken dat hij een beroemde bioloog was en dus meer geneigd zouden zijn om zijn boek te kopen. Jean-Charles naar Auguste Houzeau de Lehaie, 05/01/1871, in Elkhadem, Hossam, Isaac Marie-Thérèse, ''De Mons vers le Nouveau Monde. Jean-Charles Houzeau, Lettres de Jamaïques (1868-1876)'', (Brussel: Koninklijke Academie van België, 2015), p. 110.</ref> Op fysiologische wijze onderscheidde hij drie intelligentieniveaus: instincten, sensaties & gewoontes, intelligentie & passies. Die niveaus koppelde hij aan de ontwikkelingsniveaus die hij meende te onderscheiden bij de soorten. Westerse mensen beschouwde hij als de meest ontwikkelde soort, de Amerindianen een soort die zich tussen apen en mensen bevond.<ref> Elkhadem, Hossam, “L’œuvre” in Elkhadem, Hossam; Isaac, Marie-Thérèse, ''De Mons vers le Nouveau Monde. Jean-Charles Houzeau, Lettres de Jamaïques (1868-1876)'', (Brussel: Académie Royale de Belgique, 2015), p. XVVIII.</ref> |
<br>Deze vaststellingen leidde tot de hypothese dat geestelijke vermogens van mens en dier vooral kwantatief in plaats kwalitatief verschilden. Houzeau beweerde dus dat dieren in zeker mate ook beschikten over intelligentie-eigenschappen die doorgaans enkel aan mensen werden toegeschreven, zoals collectief en intergenerationeel leren. Hij geloofde dus dat als een eerste generatie vogels de dodelijke gevolgen van een landing op telegraafkabels inzag, dat de volgende generatie al snel dit voorbeeld zou volgen. Kortom, Houzeau beweerde dat geestelijke vermogens niet hét criterium was om mensen en dieren van elkaar te onderscheiden en zelfs dat de mens slechts één van vele diersoorten was. Dergelijke theorieën waren destijds relatief innovatief, want de evolutietheorie van Charles Darwin, gepubliceerd in zijn ''Origin of Species'' (1859), werd toen nog niet toegepast op de mens. | <br>Deze vaststellingen leidde tot de hypothese dat geestelijke vermogens van mens en dier vooral kwantatief in plaats kwalitatief verschilden. Houzeau beweerde dus dat dieren in zeker mate ook beschikten over intelligentie-eigenschappen die doorgaans enkel aan mensen werden toegeschreven, zoals collectief en intergenerationeel leren. Hij geloofde dus dat als een eerste generatie vogels de dodelijke gevolgen van een landing op telegraafkabels inzag, dat de volgende generatie al snel dit voorbeeld zou volgen. Kortom, Houzeau beweerde dat geestelijke vermogens niet hét criterium was om mensen en dieren van elkaar te onderscheiden en zelfs dat de mens slechts één van vele diersoorten was. Dergelijke theorieën waren destijds relatief innovatief, want de evolutietheorie van Charles Darwin, gepubliceerd in zijn ''Origin of Species'' (1859), werd toen nog niet toegepast op de mens. | ||
| Line 45: | Line 45: | ||
|} | |} | ||
| − | <br>Maar hoe konden dergelijke ideeën voortvloeien uit de pen van een astronoom? Misschien was het juist omdat hij geen bioloog was dat Houzeau ''out of the box'' kon denken. De meeste botanici en zoölogen in België bleven vastklampen aan de notie dat soorten onveranderlijk waren en dat het mogelijk was om tot een definitieve classificatie ervan te komen. In hun veilig en beschrijvend werk was er weinig ruimte voor evolutionaire ‘speculatie’. Houzeau was niet de eerste ‘outsider’ die zich aan dergelijke nieuwe evolutionaire theorieën waagde. [[Omalius d'Halloy, Jean-Baptiste-Julien d' (1783-1875)|Jean-Baptiste d’Omalius d’Halloy]], een katholieke geoloog, had reeds in 1831 een theorie over de evolutie van levende wezens bedacht. Voor ongekende redenen deed hij dit echter af als een onwetenschappelijke grap. <ref>De Bont, Raf, ''Darwins kleinkinderen. De evolutietheorie in België, 1865-1945'', (Nijmegen: Vantilt, 2008), p. 71-72.; Vanpaemel, Geert, “La révolution darwinienne” in Halleux, Robert, ''Histoire des sciences en Belgique, 1815-2000'', (Brussel: Dexia, 2001), p. 259, p. 262.</ref> | + | <br>Maar hoe konden dergelijke ideeën voortvloeien uit de pen van een astronoom? Misschien was het juist omdat hij geen bioloog was dat Houzeau ''out of the box'' kon denken. De meeste botanici en zoölogen in België bleven vastklampen aan de notie dat soorten onveranderlijk waren en dat het mogelijk was om tot een definitieve classificatie ervan te komen. In hun veilig en beschrijvend werk was er weinig ruimte voor evolutionaire ‘speculatie’. Houzeau was niet de eerste ‘outsider’ die zich aan dergelijke nieuwe evolutionaire theorieën waagde. [[Omalius d'Halloy, Jean-Baptiste-Julien d' (1783-1875)|Jean-Baptiste d’Omalius d’Halloy]], een katholieke geoloog, had reeds in 1831 een theorie over de evolutie van levende wezens bedacht. Voor ongekende redenen deed hij dit echter af als een onwetenschappelijke grap.<ref>De Bont, Raf, ''Darwins kleinkinderen. De evolutietheorie in België, 1865-1945'', (Nijmegen: Vantilt, 2008), p. 71-72.; Vanpaemel, Geert, “La révolution darwinienne” in Halleux, Robert, ''Histoire des sciences en Belgique, 1815-2000'', (Brussel: Dexia, 2001), p. 259, p. 262.</ref> |
| − | <br>Tijdens de talloze omzwervingen die Houzeau te voet ondernam in de relatief onontdekte gebieden van Texas, Mexico en Jamaica observeerde hij aan de lopende band hemellichamen, zoals sterren, en verschijnselen, zoals het weer, zijn lievelingsthema’s. Hiernaast bestudeerde hij ook nog het gedrag van dieren, zowel in hun natuurlijke en gedomesticeerde omgeving op boerderijen. In zijn werk compileerde hij deze waarnemingen zoals hij ze had opgedaan. Nu lijkt dit "anekdotische cognitivisme" (zoals wetenschapshistoricus Raf De Bont het noemt) nogal onwetenschappelijk. <ref>De Bont, Raf, ''Darwins kleinkinderen. De evolutietheorie in België, 1865-1945'', (Nijmegen: Vantilt, 2008), p. 75.</ref> Destijds was het wel veel gebruikt, onder meer door Charles Darwin in zijn ''Origin of Species'' (1859), zijn ''Descent of Men'' (1871) of zijn ''Expression of the Emotions in Man and Animals'' (1872).<ref>''Idem''; p. 76. Tort, Patrick, “Descendance. Descent” in Tort, Patrick (dir.), ''Dictionnaire du Darwinisme et de l’Évolution'', (Parijs: PUF), 1996, p. 1191.</ref> | + | <br>Tijdens de talloze omzwervingen die Houzeau te voet ondernam in de relatief onontdekte gebieden van Texas, Mexico en Jamaica observeerde hij aan de lopende band hemellichamen, zoals sterren, en verschijnselen, zoals het weer, zijn lievelingsthema’s. Hiernaast bestudeerde hij ook nog het gedrag van dieren, zowel in hun natuurlijke en gedomesticeerde omgeving op boerderijen. In zijn werk compileerde hij deze waarnemingen zoals hij ze had opgedaan. Nu lijkt dit "anekdotische cognitivisme" (zoals wetenschapshistoricus Raf De Bont het noemt) nogal onwetenschappelijk.<ref>De Bont, Raf, ''Darwins kleinkinderen. De evolutietheorie in België, 1865-1945'', (Nijmegen: Vantilt, 2008), p. 75.</ref> Destijds was het wel veel gebruikt, onder meer door Charles Darwin in zijn ''Origin of Species'' (1859), zijn ''Descent of Men'' (1871) of zijn ''Expression of the Emotions in Man and Animals'' (1872).<ref>''Idem''; p. 76. Tort, Patrick, “Descendance. Descent” in Tort, Patrick (dir.), ''Dictionnaire du Darwinisme et de l’Évolution'', (Parijs: PUF), 1996, p. 1191.</ref> |
| Line 61: | Line 61: | ||
| − | <br>Traagheid was een van Houzeaus andere zonden. Toen hij in 1864 dacht dat zijn werk, waar hij toen ongeveer twee jaar mee bezig was, bijna af was, schreef hij naar zijn broer Auguste: "Ik weet dat dit onderwerp andere geesten in Europa bezighoudt en God wil dat ik voor naturalisten zoals Helmholtz, Müller of Darwin kom; want ik zou mijn manuscript alleen maar in het vuur hoeven te gooien.” | + | <br>Traagheid was een van Houzeaus andere zonden. Toen hij in 1864 dacht dat zijn werk, waar hij toen ongeveer twee jaar mee bezig was, bijna af was, schreef hij naar zijn broer Auguste: "Ik weet dat dit onderwerp andere geesten in Europa bezighoudt en God wil dat ik voor naturalisten zoals Helmholtz, Müller of Darwin kom; want ik zou mijn manuscript alleen maar in het vuur hoeven te gooien.”<ref>''Ibidem''.</ref> Ondanks dit gevoel voor urgentie koos Houzeau er toch voor om zijn tijd te spenderen aan het gevecht voor burgerrechten, zijn astronomische publicaties en het eenzame leven in Jamaica. Toen hij uiteindelijk in 1869 zijn werk hervatte, verspilde hij veel tijd aan het opsturen van de manuscripten naar zijn broer en verbeteringen. Dat een aantal brieven verloren gingen of gestolen werden, heeft de zaak zeker niet verder geholpen.<ref>Houzeau de Lehaie, Jean-Charles, ''[https://babel.hathitrust.org/cgi/pt?id=hvd.32044106193212&view=1up&seq=13 Études sur les Facultés mentales des animaux comparées à celles de l’Homme]'', v. 1, (Mons: Hector Manceaux, 1872), p. III.</ref> Uiteindelijk verscheen Facultés Mentales slechts in 1872. In een brief van maart 1871 vertrouwde Houzeau aan zijn broer toe dat hij hoopte dat hij, ondanks alle vertragingen, toch nog zijn tijdsgenoten te snel af zou zijn. <ref>Jean-Charles à Auguste Houzeau de Lehaie, 05/01/1871, p. 109.; 18/03/1871, p. 116, in Elkhadem, Hossam, Isaac Marie-Thérèse, ''De Mons vers le Nouveau Monde. |
Jean-Charles Houzeau, Lettres de Jamaïques (1868-1876)'', (Brussels: Académie Royale de Belgique, 2015).</ref> | Jean-Charles Houzeau, Lettres de Jamaïques (1868-1876)'', (Brussels: Académie Royale de Belgique, 2015).</ref> | ||
| Line 71: | Line 71: | ||
<div style="color:#DC143C;font-family:arial;font-style: normal; font-size:18px;font-weight: normal;text-align:left;letter-spacing: 3px"> De planeet van de mensheid</div> | <div style="color:#DC143C;font-family:arial;font-style: normal; font-size:18px;font-weight: normal;text-align:left;letter-spacing: 3px"> De planeet van de mensheid</div> | ||
<br> | <br> | ||
| − | Houzeau en Charles Darwin zaten ook nog op dezelfde golflengte over iets totaal anders. Beiden erkenden namelijk dat het grootste verschil tussen mensen en dieren was dat de eerste konden lezen, schrijven en spreken en de twee niet. Beiden geloofden dus dat de mens dankzij taal, kennis van een totaal nieuwe orde kon opdoen, waardoor het als soort veel minder onderhevig aan natuurlijke selectie dan andere diersoorten. Volgens hen was het dus niet de concurrentie tussen “rassen” en individuen die menselijke ontwikkeling voortstuwde, maar wel samenwerking en het delen van kennis.<ref>De Bont, Raf, ''Darwins kleinkinderen. De evolutietheorie in België, 1865-1945'', (Nijmegen: Vantilt, 2008), p. 74.</ref> Anders dan Darwin, meende Houzeau dat de taalbarrière tussen mensen en dieren niet zo ondoordringbaar als die op het eerste zicht leek. In feite geloofde Houzeau zelfs dat communicatie met huisdieren mogelijk was én economisch potentieel had. Aan het woord was niet enkel Houzeau, de wetenschapper, maar ook Houzeau, de abolitionist: “Maar nu de slavernij voorbij is, is het niet tijd om na te denken over het maken van nieuwe huisdieren? Het lijkt erop dat de natuur een kleine groep antropomorfe apen voor ons in petto heeft en dat die grotendeels de negerslaven uit het verleden zou kunnen vervangen.”<ref>Houzeau de Lehaie, Jean-Charles, ''[https://babel.hathitrust.org/cgi/pt?id=hvd.32044106193212&view=1up&seq=315 Études sur les Facultés mentales des animaux comparées à celles de l’Homme]'', v. 1, (Bergen: Hector Manceaux, 1872), p. 288.</ref> De astronoom was er inderdaad van overtuigd dat praten met apen een koud kunstje zou zijn en dat het binnen enkele decennia bewerkstelligd kon worden. Hij redeneerde dat indien apen konden spreken, ze konden dienen als de nieuwe slaven van de mens. Hij stelde zelfs voor om apen te gebruiken als voedsel voor mensenkinderen en ze borstvoeding te geven.<ref> ''Ibidem'', p. 301.</ref> | + | Houzeau en Charles Darwin zaten ook nog op dezelfde golflengte over iets totaal anders. Beiden erkenden namelijk dat het grootste verschil tussen mensen en dieren was dat de eerste konden lezen, schrijven en spreken en de twee niet. Beiden geloofden dus dat de mens dankzij taal, kennis van een totaal nieuwe orde kon opdoen, waardoor het als soort veel minder onderhevig aan natuurlijke selectie dan andere diersoorten. Volgens hen was het dus niet de concurrentie tussen “rassen” en individuen die menselijke ontwikkeling voortstuwde, maar wel samenwerking en het delen van kennis.<ref>De Bont, Raf, ''Darwins kleinkinderen. De evolutietheorie in België, 1865-1945'', (Nijmegen: Vantilt, 2008), p. 74.</ref> Anders dan Darwin, meende Houzeau dat de taalbarrière tussen mensen en dieren niet zo ondoordringbaar als die op het eerste zicht leek. In feite geloofde Houzeau zelfs dat communicatie met huisdieren mogelijk was én economisch potentieel had. Aan het woord was niet enkel Houzeau, de wetenschapper, maar ook Houzeau, de abolitionist: “Maar nu de slavernij voorbij is, is het niet tijd om na te denken over het maken van nieuwe huisdieren? Het lijkt erop dat de natuur een kleine groep antropomorfe apen voor ons in petto heeft en dat die grotendeels de negerslaven uit het verleden zou kunnen vervangen.”<ref>Houzeau de Lehaie, Jean-Charles, ''[https://babel.hathitrust.org/cgi/pt?id=hvd.32044106193212&view=1up&seq=315 Études sur les Facultés mentales des animaux comparées à celles de l’Homme]'', v. 1, (Bergen: Hector Manceaux, 1872), p. 288.</ref> De astronoom was er inderdaad van overtuigd dat praten met apen een koud kunstje zou zijn en dat het binnen enkele decennia bewerkstelligd kon worden. Hij redeneerde dat indien apen konden spreken, ze konden dienen als de nieuwe slaven van de mens. Hij stelde zelfs voor om apen te gebruiken als voedsel voor mensenkinderen en ze borstvoeding te geven.<ref>''Ibidem'', p. 301.</ref> |
<br>Maar voordat deze vee-revolutie kon plaatsvinden, moest de mens nog stoppen met het uitroeien van de mensapen. Houzeau keek met lede ogen toe hoe kolonisatoren hun leefgebied vernietigden. Hij schreef naar zijn grote concurrent Darwin in 1873 met de vraag of hij de Britse regering onder druk kon zetten om maatregelen te nemen ter bescherming van de natuur in het uitgestrekte British Empire. Het is niet bekend of Darwin ooit heeft teruggeschreven en wat hij van Houzeaus ideeën vond. Dit ‘plan’ illustreert echter het paradoxale denken van deze aanhanger van wetenschappelijke en industriële vooruitgang die enkel rust kon vinden in de eenzaamheid van het bos. | <br>Maar voordat deze vee-revolutie kon plaatsvinden, moest de mens nog stoppen met het uitroeien van de mensapen. Houzeau keek met lede ogen toe hoe kolonisatoren hun leefgebied vernietigden. Hij schreef naar zijn grote concurrent Darwin in 1873 met de vraag of hij de Britse regering onder druk kon zetten om maatregelen te nemen ter bescherming van de natuur in het uitgestrekte British Empire. Het is niet bekend of Darwin ooit heeft teruggeschreven en wat hij van Houzeaus ideeën vond. Dit ‘plan’ illustreert echter het paradoxale denken van deze aanhanger van wetenschappelijke en industriële vooruitgang die enkel rust kon vinden in de eenzaamheid van het bos. | ||
Revision as of 19:00, 14 April 2020
|
Houzeau Unchained
Studies over de mentale vermogens van dieren en mensen
De Belg die Darwin wilde voor zijn
De planeet van de mensheid
|
Bronnen
Houzeau de Lehaie, Jean-Charles, Études sur les Facultés mentales des animaux comparées à celles de l'Homme (Bergen: Hector Manceaux, 1872).
Elkhadem, Hossam, Félix, Annette, Wellens-De Donder, Liliane, Jean-Charles Houzeau. Brieven van de Verenigde Staten aan zijn familie (1857-1868) (Brussel: CNHS, 1994).
Elkhadem, Hossam, Isaac Marie-Thérèse, De Mons vers le Nouveau Monde. Jean-Charles Houzeau, Lettres de Jamaïques (1868-1876) (Brussel: Koninklijke Academie van België, 2015).
Darwin Correspondence Project, [Online], (Bladzijden geraadpleegd op 12/22/19).
Literatuur
Schorbilgten, Philippe, Jean-Charles Houzeau de Lehaie et les Free People of Colour de la Nouvelle-Orléans: Opinions et actions d’un publiciste belge radical au début de la Reconstruction de la Louisiane, ongepubliceerde mastersthesis, 1995-1996.
Halleux, Robert (red.), Histoire des sciences en Belgique, 1815-2000 (Brussel: Dexia, 2001).
Verhas, Pierre, Jean-Charles Houzeau et son temps (Brussel: Académie Royale de Belgique, 2002).
De Bont, Raf, Darwins kleinkinderen. De evolutietheorie in België, 1865-1945, (Nijmegen: Vantilt, 2008).
Elkhadem, Hossam, Isaac Marie-Thérèse, De Mons vers le Nouveau Monde. Jean-Charles Houzeau, Lettres de Jamaïques (1868-1876) (Brussel: Académie Royale de Belgique, 2015).
Werkinstrumenten
Tort, Patrick (dir.), Dictionnaire du Darwinisme et de l'Évolution (Parijs: PUF, 1996).
- ↑ Het Fourierisme was socialistische doctrine gelanceerd door de Franse filosoof Charles Fourier (1772-1837).
- ↑ Het eerste deel is eenvoudigweg gesigneerd "Door een naturalistische reiziger". Houzeau hoopte dat indien hij anoniem bleef, mensen zouden denken dat hij een beroemde bioloog was en dus meer geneigd zouden zijn om zijn boek te kopen. Jean-Charles naar Auguste Houzeau de Lehaie, 05/01/1871, in Elkhadem, Hossam, Isaac Marie-Thérèse, De Mons vers le Nouveau Monde. Jean-Charles Houzeau, Lettres de Jamaïques (1868-1876), (Brussel: Koninklijke Academie van België, 2015), p. 110.
- ↑ Elkhadem, Hossam, “L’œuvre” in Elkhadem, Hossam; Isaac, Marie-Thérèse, De Mons vers le Nouveau Monde. Jean-Charles Houzeau, Lettres de Jamaïques (1868-1876), (Brussel: Académie Royale de Belgique, 2015), p. XVVIII.
- ↑ De Bont, Raf, Darwins kleinkinderen. De evolutietheorie in België, 1865-1945, (Nijmegen: Vantilt, 2008), p. 71-72.; Vanpaemel, Geert, “La révolution darwinienne” in Halleux, Robert, Histoire des sciences en Belgique, 1815-2000, (Brussel: Dexia, 2001), p. 259, p. 262.
- ↑ De Bont, Raf, Darwins kleinkinderen. De evolutietheorie in België, 1865-1945, (Nijmegen: Vantilt, 2008), p. 75.
- ↑ Idem; p. 76. Tort, Patrick, “Descendance. Descent” in Tort, Patrick (dir.), Dictionnaire du Darwinisme et de l’Évolution, (Parijs: PUF), 1996, p. 1191.
- ↑ De Bont, Raf, Darwins kleinkinderen. De evolutietheorie in België, 1865-1945, (Nijmegen: Vantilt, 2008), p. 73.; Houzeau de Lehaie, Jean-Charles, Études sur les Facultés mentales des animaux comparées à celles de l’Homme, v. 1, (Bergen: Hector Manceaux, 1872), p. 296.
- ↑ Ibidem.
- ↑ Houzeau de Lehaie, Jean-Charles, Études sur les Facultés mentales des animaux comparées à celles de l’Homme, v. 1, (Mons: Hector Manceaux, 1872), p. III.
- ↑ Jean-Charles à Auguste Houzeau de Lehaie, 05/01/1871, p. 109.; 18/03/1871, p. 116, in Elkhadem, Hossam, Isaac Marie-Thérèse, De Mons vers le Nouveau Monde. Jean-Charles Houzeau, Lettres de Jamaïques (1868-1876), (Brussels: Académie Royale de Belgique, 2015).
- ↑ Tort, Patrick, “Descendance. Descent” in Tort, Patrick (dir.), Dictionnaire du Darwinisme et de l’Évolution, (Paris: PUF, 1996), p. 1191, p. 1191.
- ↑ Jean-Charles à Auguste Houzeau de Lehaie, 07/12/1871, in Elkhadem, Hossam, Isaac Marie-Thérèse, De Mons vers le Nouveau Monde. Jean-Charles Houzeau, Lettres de Jamaïques (1868-1876), (Brussel: Académie Royale de Belgique, 2015), p. 148.
- ↑ Elkhadem, Hossam, “L’œuvre” in Elkhadem, Hossam; Isaac, Marie- Thérèse, De Mons vers le Nouveau Monde. Jean-Charles Houzeau, Lettres de Jamaïques (1868- 1876), (Brussel: Académie Royale de Belgique, 2015), p. XVVIII, p. XCVIII. Darwin deelde Wallaces lauwe mening over Houzeaus werk, maar putte uit de immense massa anekdotes wel enkele addenda voor de tweede editie van zijn Descent of Man (zoals bijvoorbeeld over de dromen van papegaaien). Tort, Patrick, “Houzeau de Lehaie Jean-Charles, 1820-1888”, in Tort, Patrick (dir.), Dictionnaire du Darwinisme et de l'Évolution, (Parijs: PUF, 1996), p. 1191, p. 2277.
- ↑ Vanpaemel, Geert, “La révolution darwinienne” in Halleux, Robert, Histoire des sciences en Belgique, 1815- 2000, Bruxelles, Dexia, 2001, p. 261.
- ↑ De Bont, Raf, Darwins kleinkinderen. De evolutietheorie in België, 1865-1945, (Nijmegen: Vantilt, 2008), p. 75.
- ↑ De Bont, Raf, Darwins kleinkinderen. De evolutietheorie in België, 1865-1945, (Nijmegen: Vantilt, 2008), p. 74.
- ↑ Houzeau de Lehaie, Jean-Charles, Études sur les Facultés mentales des animaux comparées à celles de l’Homme, v. 1, (Bergen: Hector Manceaux, 1872), p. 288.
- ↑ Ibidem, p. 301.