Difference between revisions of "Ghiesbreght, Auguste Boniface (1810-1888)"

From Bestor_NL
Jump to: navigation, search
m (Biografie)
m
Line 1: Line 1:
 
[[category:Wetenschappers]][[category:Geboorte 1801-1825]][[category: Plantkundigen]][[category: Ontdekkingsreizigers]][[category : Dierkundigen]][[category: Beleidsexperten-Ambtenaren]]
 
[[category:Wetenschappers]][[category:Geboorte 1801-1825]][[category: Plantkundigen]][[category: Ontdekkingsreizigers]][[category : Dierkundigen]][[category: Beleidsexperten-Ambtenaren]]
Plantkundige en plantenverzamelaar, geboren op 10 maart 1810 in Brussel en gestorven in San Cristobal-Chiapas (Mexico), ergens na maart (vermoedelijk in het najaar) van het jaar 1888.
+
 
 +
Plantkundige en plantenverzamelaar, geboren op 10 maart 1810 in Brussel en gestorven in San Cristobal-Chiapas (Mexico), ergens na maart (vermoedelijk in het najaar) van het jaar 1888.
  
 
<br/>
 
<br/>
 
===Biografie===
 
===Biografie===
Welke opleiding Ghiesbreght heeft genoten, valt niet met zekerheid vast te stellen. Het lijkt erop dat hij zich in Parijs en aan de [[Universiteit van Brussel]] in geneeskunde zou hebben bekwaamd en dat hij zich daarna als arts in Brussel zou hebben gevestigd. Ghiesbreght diende zich nochtans  in 1835 als zoöloog met specialisme in gewervelde diersoorten aan voor een wetenschappelijke exploratiereis naar Brazilië, georganiseerd door de Belgische overheid, samen met de tekenaar [[Funck, Nicolas (1816-1896)|Nicolas Funck]] en de botanist  [[Linden, Jean Jules (1817-1898)| Jean Linden]]. De bedoeling van de één jaar durende reis was om exotische planten, zoals de felbegeerde orchideeën, zaden en mineralogische en zoölogische stalen te verzamelen. Ook de [[Société royale d’horticulture de Belgique]] stuurde, tegen betaling van een forse som, een verlanglijstje van botanische specimens met de "plant hunters" mee, om de collecties van de [[Nationale plantentuin van België – Jardin botanique national de Belgique |Brusselse plantentuin]] aan te vullen. In 1837, kort na zijn terugkomst in België, scheepte Ghiesbreght, ook nu weer samen met [[Funck, Nicolas (1816-1896)| Funck]] en [[Linden, Jean Jules (1817-1898)| Jean Linden]], opnieuw in voor een officiële verzamelexpeditie, die Cuba, Honduras, Guatemala, Panama en Colombia aandeed. Op het programma stond als eerste belangrijke opdracht het verzamelen van objecten en planten om de natuurkundige collecties van de Belgische universiteiten en andere wetenschappelijke instellingen, waaronder de botanische tuinen van Leuven, [[Nationale plantentuin van België – Jardin botanique national de Belgique |Brussel]], Luik en Gent, te vervolledigen en als tweede opdracht om economisch rendabele gewassen voor de nationale industrie en handel te zoeken. De staat benadrukte deze keer het belang van economisch interessante ontdekkingen.<ref>Het Koninklijk besluit dat de aanstelling van de drie ''plant hunters'' regelde stelde dat de reis in het teken moest staan van “de Wetenschappen, de Industrie en de Handel”. KB van 7 september 1837.</ref>. In 1838 sloten de drie vanuit Cuba aan bij een Belgische diplomatieke missie naar Mexico. Ze ontmoetten er aan de piek van Orizaba de Belgische plantenverzamelaar [[Galeotti, Henri-Guillaume (1814-1858)]].
+
Het parcours van Ghiesbreghts opleiding valt niet precies te achterhalen. Hij volgde waarschijnlijk een voorbereidende studie aan de [[Universiteit van Brussel]] en verkreeg er de graad van bachelor in de natuurkunde. Hij zou daarna in Parijs zijn studies hebben verdergezet en ten slotte ergens na 1830-31 de graad van doctor in de geneeskunde hebben behaald. Ghiesbreght zou zich daarna als arts in Brussel hebben gevestigd en zich verder op de studie van natuurkunde hebben toegelegd. Zeker is dat Ghiesbreght zich in 1835 als zoöloog met specialisme in gewervelde diersoorten aandiende voor een wetenschappelijke exploratiereis naar Brazilië, georganiseerd door de Belgische overheid, samen met de tekenaar [[Funck, Nicolas (1816-1896)|Nicolas Funck]] en de botanist  [[Linden, Jean Jules (1817-1898)| Jean Linden]]. De bedoeling van de één jaar durende reis was om exotische planten, zoals de felbegeerde orchideeën, zaden en mineralogische en zoölogische stalen te verzamelen. Ook de [[Société royale d’horticulture de Belgique]] stuurde, tegen betaling van een forse som, een verlanglijstje van botanische specimens met de ''plant hunters'' mee, om de collecties van de [[Nationale plantentuin van België – Jardin botanique national de Belgique |Brusselse plantentuin]] aan te vullen. In 1837, kort na zijn terugkomst in België, scheepte Ghiesbreght opnieuw in voor een officiële verzamelexpeditie, die Cuba, Honduras, Guatemala, Panama en Colombia aandeed - overigens ook dit keer samen met [[Funck, Nicolas (1816-1896)| Funck]] en [[Linden, Jean Jules (1817-1898)| Jean Linden]]. Op het programma stond als eerste belangrijke opdracht het verzamelen van objecten en planten om de natuurkundige collecties van de Belgische universiteiten en andere wetenschappelijke instellingen, waaronder de botanische tuinen van Leuven, [[Nationale plantentuin van België – Jardin botanique national de Belgique |Brussel]], Luik en Gent, te vervolledigen en als tweede opdracht om economisch rendabele gewassen voor de nationale industrie en handel te zoeken. De staat benadrukte deze keer het belang van economisch interessante ontdekkingen.<ref>Het Koninklijk besluit dat de aanstelling van de drie ''plant hunters'' regelde stelde dat de reis in het teken moest staan van “de Wetenschappen, de Industrie en de Handel”. KB van 7 september 1837.</ref>. In 1838 sloten de drie vanuit Cuba aan bij een Belgische diplomatieke missie naar Mexico. Ze ontmoetten er op de piek van Orizaba de Belgische plantenverzamelaar [[Galeotti, Henri-Guillaume (1814-1858)]]. Ze verbleven er elf dagen in een berggrot op 11.000 voet hoogte en verzamelden drie tot vierhonderd plantensoorten. In 1839 stond Ghiesbreght opnieuw op Europese bodem, maar nog hetzelfde jaar keerde hij naar Tabasco in Mexico terug, waar [[Linden, Jean Jules (1817-1898)| Linden]] nog steeds was. Beiden verzamelden er in de streek van Teapa en het Chiapas gebergte.
  
<br/>Ghiesbreght deed in 1841 ook nog Venezuela aan, in opdracht van de befaamde Luikse tuinbouwer Jacob Makoy. Hij doorkruisde daarna de noordelijke en zuidelijke staten van Mexico. Op geregelde tijden stuurde Ghiesbreght zeldzame planten naar particulieren op het Europese vasteland en Noord-Amerika, en – althans in 1843 – ook naar het ministerie van Binnenlandse Zaken. Tussen 1855 en 1862 verbleef Ghiesbreght in Teapa, waar hij de omgeving afspeurde naar onbekende planten. Hierna trok hij verder door naar San Christobal, de hoofdstad van Chiapas, waar hij een groot aantal insecten, weekdieren, orchideeën en bromelia’s verzamelde.  
+
<br/>Terwijl [[Linden, Jean Jules (1817-1898)| Linden]] in 1841 huiswaarts trok, deed Ghiesbreght ook nog Venezuela aan, in opdracht van de befaamde Luikse tuinbouwer Jacob Makoy. Hij doorkruisde daarna de noordelijke en zuidelijke staten van Mexico. Op geregelde tijden stuurde Ghiesbreght zeldzame planten naar particulieren op het Europese vasteland en Noord-Amerika, en – althans in 1843 – ook naar het ministerie van Binnenlandse Zaken. Tijdens een van deze tochten werd Ghiesbreght door een bende overvallen die hem zijn verzamelingen afhandig maakte en hem gewond achterliet. Tussen 1855 en 1862 verbleef Ghiesbreght in Teapa, waar hij de omgeving afspeurde naar onbekende planten. Hierna trok hij verder door naar San Christobal, de hoofdstad van Chiapas, waar hij een groot aantal insecten, weekdieren, orchideeën en bromelia’s verzamelde.  
  
 
<br/>
 
<br/>

Revision as of 15:19, 6 August 2013


Plantkundige en plantenverzamelaar, geboren op 10 maart 1810 in Brussel en gestorven in San Cristobal-Chiapas (Mexico), ergens na maart (vermoedelijk in het najaar) van het jaar 1888.


Biografie

Het parcours van Ghiesbreghts opleiding valt niet precies te achterhalen. Hij volgde waarschijnlijk een voorbereidende studie aan de Universiteit van Brussel en verkreeg er de graad van bachelor in de natuurkunde. Hij zou daarna in Parijs zijn studies hebben verdergezet en ten slotte ergens na 1830-31 de graad van doctor in de geneeskunde hebben behaald. Ghiesbreght zou zich daarna als arts in Brussel hebben gevestigd en zich verder op de studie van natuurkunde hebben toegelegd. Zeker is dat Ghiesbreght zich in 1835 als zoöloog met specialisme in gewervelde diersoorten aandiende voor een wetenschappelijke exploratiereis naar Brazilië, georganiseerd door de Belgische overheid, samen met de tekenaar Nicolas Funck en de botanist Jean Linden. De bedoeling van de één jaar durende reis was om exotische planten, zoals de felbegeerde orchideeën, zaden en mineralogische en zoölogische stalen te verzamelen. Ook de Société royale d’horticulture de Belgique stuurde, tegen betaling van een forse som, een verlanglijstje van botanische specimens met de plant hunters mee, om de collecties van de Brusselse plantentuin aan te vullen. In 1837, kort na zijn terugkomst in België, scheepte Ghiesbreght opnieuw in voor een officiële verzamelexpeditie, die Cuba, Honduras, Guatemala, Panama en Colombia aandeed - overigens ook dit keer samen met Funck en Jean Linden. Op het programma stond als eerste belangrijke opdracht het verzamelen van objecten en planten om de natuurkundige collecties van de Belgische universiteiten en andere wetenschappelijke instellingen, waaronder de botanische tuinen van Leuven, Brussel, Luik en Gent, te vervolledigen en als tweede opdracht om economisch rendabele gewassen voor de nationale industrie en handel te zoeken. De staat benadrukte deze keer het belang van economisch interessante ontdekkingen.[1]. In 1838 sloten de drie vanuit Cuba aan bij een Belgische diplomatieke missie naar Mexico. Ze ontmoetten er op de piek van Orizaba de Belgische plantenverzamelaar Galeotti, Henri-Guillaume (1814-1858). Ze verbleven er elf dagen in een berggrot op 11.000 voet hoogte en verzamelden drie tot vierhonderd plantensoorten. In 1839 stond Ghiesbreght opnieuw op Europese bodem, maar nog hetzelfde jaar keerde hij naar Tabasco in Mexico terug, waar Linden nog steeds was. Beiden verzamelden er in de streek van Teapa en het Chiapas gebergte.


Terwijl Linden in 1841 huiswaarts trok, deed Ghiesbreght ook nog Venezuela aan, in opdracht van de befaamde Luikse tuinbouwer Jacob Makoy. Hij doorkruisde daarna de noordelijke en zuidelijke staten van Mexico. Op geregelde tijden stuurde Ghiesbreght zeldzame planten naar particulieren op het Europese vasteland en Noord-Amerika, en – althans in 1843 – ook naar het ministerie van Binnenlandse Zaken. Tijdens een van deze tochten werd Ghiesbreght door een bende overvallen die hem zijn verzamelingen afhandig maakte en hem gewond achterliet. Tussen 1855 en 1862 verbleef Ghiesbreght in Teapa, waar hij de omgeving afspeurde naar onbekende planten. Hierna trok hij verder door naar San Christobal, de hoofdstad van Chiapas, waar hij een groot aantal insecten, weekdieren, orchideeën en bromelia’s verzamelde.


De natuurkundige collectie Ghiesbreght

De door Ghiesbreght verzamelde en naar Europa verzonden planten-, zaden- en dierenspecimens liggen verspreid over verschillende instellingen in België, Frankrijk, Groot-Brittannië, Zwitserland, Rusland en Duitsland.


Er werden een aantal planten naar Ghiesbreght vernoemd, waaronder de Grandiflora Ghiesbreghtia, die door hemzelf was ontdekt.


Bibliografie


Noten

<references>
  1. Het Koninklijk besluit dat de aanstelling van de drie plant hunters regelde stelde dat de reis in het teken moest staan van “de Wetenschappen, de Industrie en de Handel”. KB van 7 september 1837.